(niet)machine

Al weken wordt er (op eigen initiatief) door het enthousiaste en geweldige team PM’ers waar ik dagelijks mee werk, hard gewerkt aan een spetterend programma om de Koningssferen er nog even in te houden. Hoewel de Koningsspelen afgelopen vrijdag eigenlijk waren, is er bij ons op de BSO besloten het op 28 april nog eens dunnetjes over te doen. Oud Hollandse spelletjes! Spijkerpoepen, sport activiteiten, zaklopen, eierlopen, een open podium, cakejes versieren, Koningskronen maken en een echte tekenwedstrijd.

In de voorbereiding een duidelijke taakverdeling, een draaiboek van minuut tot minuut, alle benodigdheden in huis gehaald en een vergadering die ik nog even speciaal inkort om voor te kunnen bereiden, krijgen we een uitgebreide briefing hoe we de dag met 90 kids gaan vormgeven. Aan alles is gedacht; een ruime BKR met goede bekende invallers, ouders zijn gemaild, afdeling communicatie heeft een geweldige flyer gemaakt, stempelkaarten voor de kinderen, bonnetjes van uitgaven worden eind deze week ingeleverd bij me,  medewerkers staan op de juiste plek en ga zo maar door.

Ik ben ingedeeld op het onderdeel ‘om de boel in goede banen te leiden’. Gewapend met een Ipad om kinderen af te melden, een map met een hele hoop administratie en een ‘hulpje’ speciaal voor deze dag ingelast en de (bijna)ongevallen papieren in de aanslag staat iedereen enthousiast in de startblokken.

Alles gaat gesmeerd.

Op het laatste moment denk ik aan de EHBO doos. Een ongeluk zit in een klein hoekje.

De rondes gaan als een speer, enthousiaste kinderen, enthousiaste PM’ers, ouders die vol lof toekijken op de dag die we gepland hebben en nog even wachten met hun kinderen ophalen ‘omdat ze zo enthousiast zijn’, loop ik rustig en apetrots even rond om te kijken of alles goed gaat bij de verschillende onderdelen.

 

‘’ Fieke, hebben we nog nietjes?’’
Ik denk even snel.
‘’ Ja, ik pak ze even voor je! Dan kun jij door!’’ roep ik terwijl ik naar kantoor loop om de nietjes te pakken. A-technisch als ik ben weet ik bij toeval hoe de nietmachines werken.
Ik vul de nietmachine en spring gelijk even in op een vraag van een jongeheer om zijn kroon in elkaar te nieten.

In mijn volle enthousiasme niet ik vol in mijn vinger, met een klein bloedbad als gevolg.

De enige pleister die op deze dag geplakt wordt is door mijzelf op mijn eigen vinger.

 

http://www.dreamstime.com/stock-photography-golden-crown-image17182132

k*t.

De Tijn2012 eet altijd bij de gastouder. Iets wat ik altijd handig vind aangezien ik door mijn werk in de kinderopvang laat thuis ben. Thuiskomen, nog even spelen, pyjama aan, tandjes poetsen en naar bed.

Terwijl hij met een speel dingetje rond hobbelt vis ik mijn bordje eten ,door Oma gemaakt, uit de magnetron. Ik plof neer op de stoel en neem een grote hap. Vanuit mijn ooghoek zie ik de Tijn2012 heen en weer wiebelen. Mijn onderbewuste springt in het rond. Ik kijk angstvallig de andere kant op en tracht mijn onderbewuste te negeren.

‘’Mamma! Ik moet poepen!’’
-‘’Goh. Wat een timing. Jij doet dat altijd precies als IK aan het eten ben. Moet je op het potje?’’
‘’ Wil je ruiken, mamma?’’
-‘’Nou liever niet. Ik heb net een hap eten in mijn mond.’’
‘’ Maaahaam… ik wil een schone luier!’’
-‘’ Oh.. het zit al in de luier dus…potje skippen we dus maar.’’
Hij rent naar me toe en draait zijn billen naar me toe. Ik hoop op een wonder maar een penetrante poeplucht bereikt mijn neusgaten. Mijn maag maakt een sprongetje. Ik zucht en sta op. Dat eten komt later wel.

‘’ Tsjah. Kut he, mam.’’

Mijn hoofd draait zich abrupt naar dat van mijn moeder. Onze ogen worden groot.

– ‘’ Wat zei je, Tinus?’’ Vraag ik vol ongeloof.
Met grote blauwe ogen en zo onschuldig als de pest antwoord hij me.
‘’ Kut, mamma. Gaan we nu een schone luier doen?’’

Ik denk dat we ‘’het’’ punt bereikt hebben.

 

 

 

Jezus en een paasei

Een bezoekje aan de kapper is voor mij altijd de ultieme ontspanning, tijd voor mezelf. Helaas gaat deze vlieger niet op aangezien het ‘mijn’ weekend met de Tijn2012 is. Een week wachten kan echt niet meer aangezien Stien de Stijltang het zelfs niet meer recht kan breien. Dus ik sleep ons op de fiets op weg naar een nieuwe coupe.

Terwijl ik een beetje angstvallig naar het jonge kapstertje achter me kijk probeer ik te ontspannen. Mijn haar is heilig . Aangezien mijn haar bij andere kappers een paar keer verpest is, en het bij deze salon over het algemeen goed gaat, probeer ik op haar te vertrouwen. Het is een tijdje stil.

‘’ Gaan jullie nog wat doen met Pasen?’’ Vraagt ze me terwijl ze voorzichtig mijn haar knipt.
Ik zeg haar dat we rustig aan gaan doen en lekker genieten van de dagen vrij.

‘’ Ja, lekker hoor. Ik weet de gedachten eigenlijk niet achter Pasen. Maar zolang ik vrij ben vind ik het wel prima.’’ Zegt ze twijfelachtig.
Ik houd mijn mond en kijk haar vragend aan.
Ze stopt even met knippen terwijl ze omhoog kijkt. Ik hoor de radartjes in haar hoofd op volle toeren ratelen.

‘’ Het was iets met Jezus en een paasei, toch?’’

 

Ik houd mijn (van oorsprong) gelovige opvoeding maar even voor wat het is.paasei

Vacature voor (alleenstaande) moeder

Een keihard gebonk op de deur zorgt voor mijn nekharen die overeind gaan staan. Mijn wenkbrauwen zakken naar beneden en uit mijn mond komt een diepe zucht. Van binnen hoor ik een oorverdovend gekrijs.
‘’ MMMAAAAAAMMMAAAAAAAAAAAAAAAA!’’
In de herhaling. Kinderen houden van herhaling. Zeggen ze. Moeders niet.
Ik kijk naar binnen en zie Opa met een gefronst hoofd naar zijn laptop scherm kijken. Hij probeert zich te concentreren maar het lukt niet. Mijn schuldgevoel is de laatste maanden enorm. Weg rust voor iedereen. Vooral voor Opaloma.
Ik gooi mijn sigaret weg terwijl hij nog maar voor de helft op is. Diepe zucht en naar binnen.
‘’ Tijn, ik heb je uitgelegd, mamma wil soms even alleen een sigaretje roken. Ik kom altijd terug.’’
Hevig na hikkend slaakt hij een diepe zucht.
‘’ Ik wil mee!’’ Gilt hij het uit.
‘’ Tijn, ik vind het niet leuk als je tegen me schreeuwt. Soms kan je even niet mee. Soms wel.’’
Zeg ik terwijl ik mijn geduld probeer te bewaren.
Ik loop naar de gang.

‘’ Wat ga je doen, mamma?’’ Vraagt hij terwijl hij zijn handjes vastklemt aan mijn pyjama.
‘’Naar de wc’’
-‘’ Ik ga mee.’’
‘’ Nou ik wil eigenlijk even alleen.’’ Zeg ik met een diepe zucht.
Mijn woorden maken geen indruk.
-‘’ Ik doe het lichtje wel aan, mamma.’’
Ik besluit even mijn mond te houden aangezien ik geen zin heb in nog een driftbui. Maar ik heb ook geen zin om met een peuter op een paar centimeter afstand op de wc te zitten.
-‘’ Wil je papier?’’ Terwijl ik de wc rol probeer te redden die al bijna voor de helft is afgerold.
‘’ Nee, Tijn. Ik wil even alleen op de wc zitten.’’
Met een oost Indische doofheid klikt hij het lampje aan. En uit. En aan. En uit.
‘’ Tijn, laat dat lampje eens met rust.’’ Zucht ik.
-‘’ Waarom?’’
‘’ Omdat hij zo kapot gaat.’’
– ‘’ Waarom?’’
‘’ Omdat lampjes en knopjes niet gemaakt zijn voor grijpgrage peuters die met mach drie knopjes aan en uit rammen.’’
-‘’Waarom?’’
‘’ Waarom stel jij altijd waarom vragen?’’
– ‘’ Waarom bananen krom?’’
Ik grinnik.
-‘’ Ben je al klaar?’’
‘’ Nee.’’
-‘’ Waarom niet?’’
‘’ Omdat ik wat moeite heb met mijn behoefte doen als jij hier rond doedelt.’’
– ‘’ Moet je sjone luiwjer?’’
‘’ Nee, ik doe het wel op de wc, goed? Wil je nu alsjeblieft weggaan?’’
-‘’Waarom?’’
‘’ TIJN!’’
-‘’ Niet schreeuwen mamma.’’
Ik bonk mijn hoofd tegen de rand van de fontein.
‘’ Jaja wijsneus.’’ Mopper ik.
-‘’ Ga je zo werrrrken?’’
‘’ Ja.’’
-‘’Moet je centjes verdienen?’’
‘’ Ja.’’
-‘’Mag ik mee?’’
‘’ Nee. Jij gaat naar de gastouder.’’
-‘’Waarom?’’
‘’ Omdat mamma beter kan werken als jij lekker gaat spelen.’’
-‘’ Kom jij me dan weer halen?’’
‘’ Vanavond komt Pappa je halen.’’
Hij fronst even terwijl hij aan een stukje wc papier frunnikt. Ik zie een klein pruillipje opkomen.
-‘’Waarom?’’
‘’ Omdat pappa en ik hebben afgesproken dat jij daar ook af en toe een weekend bent.’’
-‘’ Waarom?’’
‘’ Dat is gangbaar, denk ik? Pappa wil jou ook af en toe zien.’’
Het pruillipje wordt groter. Ik zie hem rood aanlopen en in slow motion zie ik zijn mond open gaan. Ik weet wat er gaat komen.
-‘’ IK WIL NIET NAAR PAPPA! IK WIL BIJ JOU ZIJN’’
Ik frons. Normaal is dit omgekeerd. Krijg ik een huilend kind in mijn armen omdat hij niet bij mij wil zijn maar bij pappa. Het is verleidelijk om negatief te zijn over zijn vader maar ik slik alles in.
‘’ Lieverd, je vindt het altijd hartstikke leuk bij pappa. Pappa wil jou ook heel graag zien. Jullie gaan vast hele leuke dingen doen.’’
-‘’ Nee, ik wil bij jou zijn.’’ Snift hij.
‘’ Misschien gaan jullie wel fietsen?’’
-‘’ Mag ik racen? Moet ik dat aan pappa vragen?’’
‘’ Ja, als je dat wil zou ik dat doen.’’
– ‘’ Nou, goed dan.’’
Ik ga mijn behoefte wel een andere keer doen. Ik ben ernstig toe aan een beetje rust.
Als ik eindelijk in de trein zit naar mijn werk en geniet van de rust dommel ik in en raak ik gevangen in een dagdroom…

Tijdelijk leg ik mijn functie even neer..

 

Wij zoeken JOU!
Voor de grootste werkgever van de wereld zijn wij doorlopend op zoek naar nieuwe mensen. Wij zijn de grootste community die er bestaat en bieden de ruimte voor grote verschillen en ontwikkeling. Vind jij het leuk te werken in een dynamische, soms frustrerende, tenenkrommende en humoristische omgeving?

De job
Als (alleenstaande) moeder draag je de zorg voor je kind(eren) gedurende de dag. Weken. Maanden. Jaren (als je geluk hebt zo tot om en nabij 18 jaar). Al deze tijd blijf je verantwoordelijk voor het veilig, liefdevol, met discipline opvoeden van je eigen kleine terrorist.

De verantwoordelijkheden
In deze uitdagende en veelzijdige baan heb je heel veel verantwoordelijkheden! Een greep uit het takenpakket:

  • Het dagelijks schoonhouden van het grut. Denk hierbij aan de ontlasting, neonsnotjes, kattenpoep uit de zandbak, voedsel wat blijft liggen na het voederen en de eindeloze bekers die over de vloer sodemieteren.
  • Het beantwoorden van ‘waarom?’ vragen. Gemiddeld zo’n 8 in een minuut.
  • Zoeken in de grote mensen wereld naar een geschikte school voor je kleuter in spe.
  • Regelen van oppas.
  • Dag in en dag uit tandjes poetsen, verhaaltjes lezen en slaap liedjes zingen.
  • Evalueren van ouderschapsplannen.
  • Monsters wegjagen uit slaapkamers.
  • Zorgen voor gezonde en gevarieerde voeding. Dit liefdevol koken.
  • Geduld bewaren als je kind alles weigert te eten behalve Olvarit potjes.
  • Uberhaupt heel veel geduld bewaren.
  • Heel veel is niet het goede woord. Extreem veel geduld.
  • Opruimen van planes vliegtuigjes om te voorkopen dat je voet doorboord wordt door een propellor.

Ben jij in staat om?
Veel leuke uitjes af te zeggen omdat je geen oppas kunt regelen? Te schakelen tussen werk en je kind? Alle goed bedoelde adviezen van anderen qua opvoeding in de wind te slaan? Niet negatief te praten over de vader van je kind waar je kind bij is? Om te gaan met weinig slaap? Anderen om hulp te vragen en je schuld gevoel opzij te zetten?

Beschik jij over?
Een flinke dosis humor, zelfvertrouwen, tomeloos geduld, een ijzer sterke mag en een goed gevoel voor consequentie?

Dan nodigen we je graag uit om te solliciteren.

 

 

Het leed wat kerstboodschappen doen heet.

Ik vind boodschappen doen niet leuk. Ik geniet er niet van. Het is een noodzaak maar het blijft een van de taken van het huishouden die ik het liefst vermijd (met nog heel veel meer). Mensen die in de weg staan, iets niet kunnen vinden, door ze zeikende regen moeten omdat je écht geen melk meer in huis hebt en met stipt op één mijn grootste irritatie: winkelwagentjes die tegen je hielen aan rammen. ‘’Even snel’’ zit er al dik tweeënhalf jaar niet meer in en dat maakt het leed nóg erger. Als klap op de vuurpijl word ik woest op winkeliers die zonder aankondiging ineens de hele winkel omgooien. Onder het mom van ‘’ dan proberen ze iets nieuws’’. Ik niet.  De autist in mij komt naar boven en ik houd niet van verandering. Want die verandering zorgt ervoor dat ik niks meer kan vinden en dat ik 10 minuten naar een doos eieren aan het zoeken ben omdat er ook geen 13 jarige puistige vakkenpuber is  die mij de weg kan wijzen (die zijn er namelijk nooit als je ze nodig hebt). Ik doe boodschappen omdat ik eten nodig heb. Niet omdat ik er een gezellig familie uitje van maak.

Toch heb ik een klein dingetje geërfd van Mams. Ik ben een hamsteraar. Ik heb altijd voor een heel weeshuis eten in huis ( mijn huis was een zoete inval en dan kun je niet aankomen met een doos diepvries doperwten, vind ik). Dat hamsteren wordt rond kerst nog een klein tikje erger. Ik hoopte er dit jaar onderuit te komen door Mams de boodschappen te laten doen. Tot we 2 dagen voor kerst ineens het diner omgooiden.
‘’ Mam, ik ga wel anders redden we het niet.’’ Zei ik met het oog op Tijn’s tante uit Marrokko die komt.. (leuk liedje joh, vooral als dat een week in je hoofd zit). Dan zorg ik dat ze haar Pain du Madeleine met filet americain krijgt en nog wat hollandse meuk. Mams vond dat een goed idee. Helaas.

Zo ging ik gewapend met grote boodschappentassen, de auto sleutels, een enorme waslijst aan producten waarvan je je afvraagt WAAROM en de grote beperkende factor: de peuterpuber op jacht.

Het eerste obstakel is het zoeken naar een parkeerplek. Ik ben van nature lichtelijk ongeduldig. Van nature laat ik me soms ook nogal opnaaien door anderen. 6 jaar geleden (2 dagen na het behalen van mijn rijbewijs) liet ik me ook een ‘beetje’ opnaaien in een parkeer garage. Met als gevolg dat ik met twee wielen omhoog ‘geparkeerd’ stond. Tegen een stenen zuil.  Sindsdien laat ik me niet meer zo opnaaien. Vooral niet bij het idee, twee dagen voor kerst met hangende pootjes, thuis te moeten vertellen dat de auto een prachtige deuk heeft ter grootte van de Kilimanjaro en ineens een andere kleur van het schuren langs de muur. Inmiddels kan ik heul goed parkeren. In tegenstelling tot heel veel andere vrouwelijke varianten.
En daar stond ze, een grote familiebak diagonaal over twee parkeerplekken. Ik kon die enorme familiebak van mij er nog net tussen wurmen. Obstakel nummer één overwonnen.

Voorbereiding is mijn tweede naam. Niet dus. Uiteraard heb ik geen muntje voor een karretje dus sta ik 5 minuten in de rij om geld te wisselen . Ik probeer de peuterpuber af te leiden maar hij heeft het al gezien met zijn haviksoog. Winkeliers ALSJEBLIEFT die kleine kinderkarretjes zijn hartstikke leuk voor kinderen. Op een dinsdag ochtend in mei om 10:00 uur zonder feestdagen wanneer er geen kip in een winkel te bekennen is. NIET voor kerst. De vlaggetjes die eraan zitten zijn handig op rustige dagen om achter je peuter aan te rennen die van de winkel een racebaan maakt. Voor kerst zijn ze uitermate geschikt om hoog bejaarde oma’s met het vlijmscherpe puntje van dat rottige vlaggetje ook nog even blind te maken in hun laatste levensjaren.
Die karretjes zorgen er ook voor dat mijn peuterpuber in hevige driftbui zichzelf dramatisch op de grond laat vallen om de kerstmuziek te overstemmen met zijn geblèr. Omdat hij geen klein karretje van mamma mocht.
Een voorbij gangster probeert te sussen ‘’ Ach jochie toch, mag je geen karretje van mamma? Dat is ook niet lief.’’ Ik beantwoord haar gesus met een dodelijke blik en een humeur waar 50 ongestelde vrouwen niet tegenop kunnen. Waar zijn de glazen kerstballen als je ze nodig hebt……

Binnen in het mieren gekrioel. Mijn stevige pas tijdens het boodschappen doen (lees: rondrennen met het karretje) word onmogelijk gemaakt. Ik presteer het nog net een onoplettende man niet aan te rijden terwijl ik hevig  in discussie ben met de peuter. Omdat hij mijn zak sla niet 8 keer hoeft te scannen met het zelfscan apparaat. ‘’ Waarom?’’ vraagt hij boos. ‘’ Omdat ik niet 8 keer voor een zak sla wil betalen waarvan ik er maar 2 nodig heb.’’ Leg ik uit. ‘’ Waarom?’’ vraagt hij me. Waarom is het woord waarom er? En waarom stellen ze de vragen waarom altijd op momenten dat het niet uitkomt? WAAROM?

Als ik met mijn neus voor de glazen deuren sta bij de 30 verschillende soorten paddenstoelen trekt een onoplettende mede boodschappendoener de deur open. Met een reactie vermogen waar je U tegen zegt wijk ik uit om te voorkomen dat ik de kerstdagen met een blauw oog rondloop. ‘’ Oh sorry mevrouw, ik dacht dat u klaar was.’’ Ik mompel wat onverstaanbare dingen waarin ik haar wens dat de hoofdingrediënten van haar kerstdiner uitverkocht zijn (en wat andere dingen..).

Vanaf een afstand valt me iets op. ‘’ Meneer, meneer… weet u waar de….’’ De rest versta ik niet. Een oudere dame (ik denk een jaar of eind 70) vraagt met een lieve glimlach aan een puistige vakkenpuber (die ineens overal zijn) waar iets ligt. Ze trekt hem nog een keer aan zijn jas als hij niet reageert. Ik parkeer mijn karretje op een strategische plek (hoewel die niet bestaan rond kerst, in de weg sta je hoe dan ook). De puistige vakkenpuber kijkt boos achterom. Het vrouwtje glimlacht lief. En vraagt nogmaals waar ze haar product kan vinden. De puistige vakkenvuller zucht. ‘’ Daar bij de sauzen mevrouw, moet u maar effe kijken.’’ En snel draait hij zich weer om. Hier ga ik van koken. Ik houd niet van respectloos zijn tegen ouderen. Het vrouwtje kijkt hulpeloos om zich heen. De glimlach is vertrokken. Voorzichtig stiefelt ze door de drukke mieren hoop. Ik loop haar achter na en vraag of ik haar kan helpen. Mijn peuter puber is het hier niet mee eens en zet het op een brullen. ‘’ Dankje lieve kind, die meneer zal wel druk zijn he, zo met de kerst. Gaat u maar naar uw zoontje toe. Ik vind het wel, ik heb toch alle tijd. ‘’ Ik vraag of ze het zeker weet en dat het geen probleem is even met haar te zoeken. Ze geeft me een klein kneepje in mijn arm. ‘’ Fijne feestdagen!’’ Ze schenkt me een lieve glimlach.  Mijn humeur is ondanks haar lieve gedrag weer beneden peil. Ik beantwoord nog wat ‘waarom’ vragen aan de peuterterrorist als ik voor de laatste keer mijn boodschappenlijstje check.

Terwijl ik mijn laatste dingen zoek stuiter ik tegen een hoog schap aan. Ik ben niet extreem klein maar ook niet geprezen met een paar modellen palen. Drie grote bomen van mannen staan naast me. Ik kan er net niet bij. Ze kijken me aan terwijl ik me uitstrek en er NET niet bij kan. Ze bieden niks aan, terwijl ze zich verder verdiepen in de boodschappen.
‘’ Meneer, kunt u mij misschien even helpen? Ik kan er niet bij. ‘’ Vraag ik op mijn meest lieve toon als een boer met kiespijn en een gekunstelde glimlach.
Nors kijkt hij om en vraagt welke ik moet hebben. Ik wijs lieflijk en hij pakt mijn minuscule bekertje crème freche. Ik bedank hem uitgebreid en race weg met mijn karretje. Lamzak.

Snel ren ik naar de betaalpaal (dat is wel een uitvinding!) en betaal ik sla nog even stijl achterover van het enorme bedrag en haal de nicotine staven. Daarna ren ik naar buiten terwijl de peuterpuber achter me aan huppelt.

‘’ Zijn we nu ein-de-lijk klaar? Ik wil een croissantje.’’ Zegt de peuterpuber. Ik zucht voor een laatste keer en stap met bloedende hielen van de rammende winkelwagentjes in de auto. Ik ga in de file staan voor de uitgang van de parkeergarage.
Ik stuiter mijn hoofd tegen het stuur aan van irritatie en zucht nog eens diep.

Shit. Het hoofdgerecht vergeten……..

Liefde is……..

Met de rug van mijn hand veeg ik de dikke laag lippenbalsem van mijn lippen. De wind raast door mijn haar en ik heb een hekel aan haren die aan mijn lippen plakken. De ruwe wind laat mijn ogen een beetje tranen. Vermengd met wat eyeliner beginnen ze te branden. Ik sluit mijn ogen even en loop door. Dat is niet slim in een bos met boomstronken. Met mijn duim wrijf ik zachtjes over het kleine peuterhandje. We kijken elkaar aan en glimlachen.

Ik heb even geen zin om te praten. Ik wil verdrinken in mijn eigen gedachten.
Helaas denkt de Tijn2012 daar anders over. Peuters houden van praten. Vooral die van mij.
‘’ Kijk mamma, een Koe!’’ Giert hij het uit.
In geen velden of wegen is een koe te bekennen.
‘’ Lieverd, dat is een paard. ‘’ Zeg ik als ik na een tijdje eindelijk het enige levende wezen heb gevonden wat rondloopt.
‘’ Jij bent een koe!’’ Brult hij terwijl hij in een lachstuip belandt.
‘’ Bedankt he, zoveel ben ik nog niet aangekomen.’’ Mopper ik.

Lees verder

Lieve Kerstman (verlanglijst)

20141027_190620Lieve Kerstman,

Voor mijn verlanglijstje voor Sinterklaas kon ik niks bedenken. Ik zei tegenmijn Paps dat dat een goed teken is aangezien ik dan blijkbaar niets nodig heb. Een gelukkig mens, kun je zeggen. Dat ben ik ook. Zeker. Ik prijs me rijk met een dak boven mijn hoofd, een geweldige zoon, een geweldige groep vrienden en een nieuwe baan. Maar nu de beste man Sinterklaas het land uit is, weet ik ineens van alles voor op mijn verlanglijstje. Dus probeer ik het maar bij u.

Het hoeft niet allemaal meteen (ok, de mensen die mij een beetje kennen weten dat ik nu lieg). Misschien kunnen we het over heel 2015 trekken?

Om te beginnen wil ik graag: Wereldvrede.
Ik zeg dit om niet te hebberig over te komen en ik wens anderen ook wat. Ik wens het echt. Echter ik kom niet uit een ei en weet dat dit dikke bullshit is. Maar ach, een mens moet ambitieus zijn, toch?
Ik zou graag een eigen dak boven mijn hoofd willen hebben. Hoewel het reuze knus en gezellig is bij Paps&Mams mis ik een eigen plek. Een plek waar ik samen en alleen kan gaan en staan waar ik wil. Een huis wat ik naar mijn eigen smaak kan inrichten en wat me de mogelijkheid geeft te bouwen naar een toekomst ( en ook een plek waar er geen commentaar wordt geleverd over de lengte van mijn rokje).
Schoenen staan ook altijd hoog. Mijn mening is dat je nooit genoeg schoenen kunt hebben (moet dat huis wel een beetje ruimte hebben, anders passen al die schoenen er niet in, snap je?). Net als kaas. Kaas maakt alles beter. Voor de Tijn2012 wil ik graag een goede school. Dit zorgt namelijk voor slapeloze nachten. Aangezien ik nog steeds geen eigen huis heeft weet ik niet goed waar ik me moet inschrijven. Ik ben wel vaker van het laatste moment maar dit soort dingen ben ik liever voor. Het zou ook erg fijn zijn als hij in 1 klap zindelijk wordt. Die poep ben ik nog steeds niet aan gewend.
Nu de Tijn2012 bijna 3 jaar is kan ik me niet meer verschuilen achter zwangerschapsvet. Ik wil graag een strakke buik en kont. Waar ik niet voor hoef te sporten, ik houd namelijk nog steeds niet van sporten. Zeker niet van squads. Daar krijg ik enorme spierpijn van. Helaas kunt u hier niet over mee praten gezien die dikke vette pens. Misschien kunt u eens met zo’n leuk kersthuppeltje praten? Die snappen vast wel wat ik bedoel. Ook wil ik graag een goede wing weten te zetten met eyeliner. Dat wegpoetsen van de pandaberenlook kost best veel tijd. In combinatie met die nieuwe baan is dat een beetje lastig. Ik heb ‘s ochtends namelijk wel eens last van een haperende motor.
Ik ben bijna twee jaar vrijgezel. Ik begin een klein beetje over mijn mannenfobie heen te komen. Dus een leuke man mag ook best. Het liefst eentje die niet gebonden is (alles kan kapot maar dat begin ik een beetje zat te worden, vooral dat niet alles kapot gaat, ook al kan het. Theoretisch). Ook eentje met een leuk stel hersens. In zijn hoofd. Niet in zijn piemel. Eentje die ook echt tegen pittige en directe vrouwen kan (niet eentje die zegt dat graag te willen en dan uiteindelijk als lulkoek verkoopt dat ik toch iets té direct ben). Een man die niet bang is voor vrouwen en contact. En zelf dat initiatief neemt. Een goed uiterlijk vind ik ook wel leuk maar is geen vereiste. Graag ook een die niet vrouwenschuw of kinderschuw is. Dat laatste is ook wel handig. Weet ik uit ervaring. Hij krijgt namelijk niet alleen een geweldige leuke en lieve (ja, ook dat ben ik, soms..) vrouw maar ook een kind wat wel eens rondhobbelt. En humor moet ‘ie ook hebben.

Bij nader inzien…we strepen de leuke man even door. Ik krijg er op voorhand al helemaal de kriebels van nu ik dit schrijf.  Gezien mijn wensen (lees: eisen) lijst is  een rijke bejaarde die binnen een aantal maanden het loodje legt, ook wel goed.
Voor Dropje wens ik ook wat kilo’s eraf. Het begint een beetje zwaar te worden als je haar optilt met al dat poezenvet. Voor Flo wens ik zoveel muizen zodat ze helemaal gek wordt.

Mijn grootste wens: dat ik zo gelukkig blijf als dat ik nu ben en net zo spontaan en naïef . Naïviteit is namelijk soms best handig.

Het zou top zijn als u dit voor elkaar krijgt. Zo niet, vecht ik er zelf wel weer verder voor.

Een dikke kus ook voor Rudolf.

Liefs, Fiek

Sommige dingen veranderen nooit…

Met een grote glimlach open ik mijn gesprek met tante sergeant op Whatsapp. Nu ik weer in Amersfoort woon bij Paps&Mams, wil iedereen ineens een avondje ‘vieren’ dat ik hier weer woon.

‘’ De Popronde is er ook he….’’ App ik naar tante sergeant.
‘’ Ehh, wie spelen er?’’ Vraagt ze.
‘’ Geen idee. Peperman en Pepervrouw gaan ook.’’ Zeg ik terwijl ik mijn google open.
‘’ Zal ik mijn oordoppen maar in mijn tas gooien? 😛 ’’ Appt ze me. Terwijl ze het stuurt, zie ik de ondeugende oogjes van Tante Sergeant voor me.
Met dat beeld grinnik ik hardop.  Sinds we wat vaker naar een optreden van een van de pepermannen gaan en nog wel eens in de kroeg belanden met de andere niet-pepermannen-maar-wel-fijn-gezelschap-en-tevens-wat-bandleden-en-aanhang, zijn we wijselijk tot de conclusie gekomen dat oordoppen, met die herrie, geen overbodige luxe is.  Eigenwijs als ik ben wil ik toch graag mijn stempel drukken op de muziek. Dat ‘ie te hard is. Dat wordt nog eigenwijzer en met allemaal vakjargon en allemaal technische dingetjes die ik toch nooit zal snappen, in de wind geslagen door de muzikanten . Dus doe ik het voorlopig maar met oordoppen. Om te voorkomen dat ik op latere leeftijd met een piepje in mijn oren loop.

Om een beetje beeld te krijgen waar ik het over heb zie hier een filmpje. Het voordeel is dat je zelf het volume zo hard kunt zetten als je wil.Wil je echt het gevoel krijgen? Zet dan een enorme geluidsinstallatie neer waarmee je een hele wijk kunt platblazen. En blaas die installatie op.

 

Opgedoft, dicht geplamuurd en zwetend van het harde fietsen wacht ik op Tante sergeant. Een avond uitgebreid eten en bijkletsen staat op de planning. Ik kijk er al een aantal dagen naar uit. Even m’n verhaal doen van alle ontwikkelingen die zich bij mij op een of andere manier altijd op 1 moment komen in plaats van verspreid. Ik kan niet één grote verandering hebben maar het zijn er altijd meer. Ik sta te popelen om mijn verhaal te doen.

We strijken neer, bestellen wijn, praten, bestellen nog meer wijn, eten, bestellen nog meer wijn, ploffen van het eten en bestellen koffie na (echt waar koffie, Joda)!

We checken het programma van de Popronde en bepalen ons plan. We lopen een stukje door de binnenstad alvorens in een andere kroeg uit te komen. Een ietwat ander publiek dan de twee hooggehakte en geplamuurde dames die wij zijn. Achter aan de bar vinden we een plekje en bestellen we een cola en een fanta (echt waar fanta, Joda!)
Een stel hipsters met shabby broeken en ongewassen haar beginnen te spelen.  Een schel geluid, slecht afgesteld (naar mijn mening, en over mijn mening, daar zijn de meningen nog wel eens over verdeeld) en een nog irritanter zang geluid.

‘’ Zal ik de peperman even Appen waar hij zit?’’ Vraag ik met een grijns aan Tante Sergeant. Ze weet als geen ander wat ik bedoel en roept dat ik dat maar moet doen. Dit is niet ons ding. Ik krijg al snel antwoord en we verkassen naar mijn oude stamkroeg. We schuiven aan bij Peperman en Pepervrouw en ik rakel ook daar nog eens mijn hele verhaal op. Ik verslik me in mijn bier als de band gaat spelen. 3 man sterk met een enorm gebrul. De band wordt omgedoopt tot de ‘boe’ band. Meer kunnen we er niet van maken. We verbazen ons over de zanger die, terwijl hij speelt, happende bewegingen met zijn mond maakt. Precies het visje van Finding Nemo. Iets minder oranje, dat dan weer wel.  We tellen vooral de minuten af dat ze nog spelen. De mannen staan voorop en wij bewaken de shitload aan tassen. Wat een klere herrie. Tante sergeant, de pepervrouw en ik beschikken allemaal over de zelfde humor. Ik moet mezelf geregeld vasthouden aan de barkruk om er niet af te vallen van het lachen.

am en nouk

We verkassen naar een volgende kroeg. Terwijl we daarheen lopen zijn we de Peperman even kwijt aangezien hij abrupt links de afslag nam nadat hij werd afgeleid door een winkel met houten bakken en snaren. We raken wel meer mensen kwijt die avond. Als we de kroeg binnen komen komt de zweetgeur je tegemoet. Enerzijds voel ik me erg oud (tussen de 16 jarige alto’s met vieze lange vettige haren en enorme zweet lucht) en anderzijds heel jong (tussen de kale Hells angels en enorme zweet lucht.) Mijn telefoon is momenteel interessanter dan de band die speelt dus ik laat me lekker afleiden door facebook, bijlezen van twitter (ja lieve twitter vrienden, ik leef nog, lees half maar dat komt wel weer) nadat ze eindelijk klaar zijn verkassen we weer terug. Daar probeer ik nog een filmpje van de peperman te maken die de tas van de pepervrouw op uiterste gay manier vast houdt. Dat filmpje plaats ik maar niet aangezien ik het hardste gil van allemaal en mijn leven niet veilig ben met de peperman.

Er volgen nog vele uren verder met slap geouwehoer over vrouwvriendelijke en man onterende auto’s, bier, muziek (meer mijn genre), sigaretten en heel veel lol (hier ging het een beetje mis, Joda). Als we nog even een dansje gaan doen raken we wéér een aantal mensen van het gezelschap kwijt. Ik begin moe te worden.

‘’ Nog een kleine afterparty bij mij?’’ Ik denk even na. Ik ben moe. Ik ga liever mijn bed in en gezien de hoeveelheid alcohol die door mijn bloed racet, zou dat ook niet onverstandig zijn. Tante sergeant is het daar niet mee eens. After party dus. Lallend en niet meer kunnen lopen van de pijn in mijn voeten verwisselen tante sergeant en ik nog even van sokken en schoenen (wij zijn inmiddels zo intiem dat ook de sokken worden uitgewisseld. Echte liefde.)
In huis krijgen we een korte rondleiding in het geweldige pand (om jaloers op te worden) en strijken we neer op de bank. Met minuten die verstrijken zak ik steeds verder onderuit. Terwijl de klanken van Paul Simon mijn hoofd in dreunen doezel ik in. Ik doezel in op buiken, benen, armen en alles word zwaar. Ik heb geen idee meer welk been of arm van wie is. De warmte, de muziek en gezelligheid maken me even intens gelukkig voor mijn hoofd zich weer breekt over alle veranderingen en ontwikkelingen in mijn leven.

Ik schrik hard wakker. ‘’ Shit, m’n moeder weet niet waar ik ben! Ik moet naar huis! Voor ze zich zorgen gaat maken. ’’ Iets waar ik me al ruim 8 jaar niet druk over heb gemaakt.

In een razend tempo neem ik afscheid en spring ik op de fiets.

Als ik de poort in kom rijden zie ik licht. Ik kijk snel op m’n telefoon hoe laat het is. Shit. 06.40 uur. Mam zal al wel wakker zijn. Ik wankel de woonkamer binnen en probeer mijn staat van dronkenheid niet in huis te laten klinken.

‘’ Mam, ben je al wakker?’’ Vraag ik met een dubbele tong aan mijn moeder.
‘’ Ja, ik heb m’n ontbijt al op. Oh, ik heb de poesjes eten gegeven. Geen idee hoeveel. Dat moet je me morgen maar eens uitleggen. ‘’ Ratelt ze.
‘’ Mam, ik kwam speciaal naar huis omdat ik niet wilde dat je je zorgen wilde maken. ‘’ Zeg ik met grote ogen en een klein pruillipje, met een sprankje hoop dat ik het eerste weekend ‘’thuis’’ rekening met ze houdt en een klein gevoel van trots voor hun ‘verstandige’ (ahum, iets met een verlate puberteit) dochter..
‘’ Oh? Ik dacht die slaapt wel bij tante sergeant. ‘’ Zegt ze doodleuk.

Mijn mond valt open. Sommige dingen veranderen nooit.

Moeders met volwassen dochters blijkbaar wel. 

NB: Hoewel ik in boven staande schrijven misschien niet heel positief overkom over muziek en de band van het filmpje, ben ik dat stiekem wel. Inmiddels probeer ik, als het effe kan (iets met een peuter) bij optredens te zijn en ken ik inmiddels het hele repertoire uit mijn hoofd. Een nette vermelding is wel op ’n plaats. Wil je meer info over de band The Apologist? Klik dan even hier. Oh en dames, er zijn er nog een aantal vrijgezel………

Snot

‘’Juf! Kijk dan!’’ Zegt een kleine dame met een grote bos krullen en reebruine ogen. Ik kijk naar haar vinger die ze mijn richting in duwt. Ik zie niet wat het is en kijk nog een keer. Ik buig me richting de vinger. Ik kan het nog niet plaatsen. Als ik er een paar seconden langer naar tuur, valt het kwartje. Mijn maag komt in opstand en ik begin te kokhalzen. Een enorme neon groene klodder snot bungelt op het vingertje van de vier jarige. Ze kijkt me vragend aan. ‘’ Liefje, ga maar even naar de WC, pak een papiertje en was je handjes maar even, oke?’’ Weet ik eruit te piepen. Ik kokhals nog even na en tussen het kokhalzen door zeg ik tegen mijn collega dat ik weer aan dit soort dingen moet wennen. Ik vraag me überhaupt af hoe het gebergte uit het mini lijfje kan komen, maar dat terzijde. Ik kan niet tegen snot. Ideaal in het werken met kinderen.

Vandaag werkte ik sinds lange tijd weer op een groep met kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 7 jaar. Ik heb al bijna 3 jaar mijn eigen 8+ groep. Geregeld sta ik met mijn wenkbrauwen gefronst als ze het over ebola hebben, de financiële crisis, salaris en de politieke voorkeur van ouders ( ‘’Fieke, mijn ouders zijn voor de partij van de tomaten!’’).

Mijn voorkeur ligt nog steeds bij een baan achter de schermen in de kinderopvang (met mij heel veel anderen, blijkt). De functies als teamleider en management assistent bevielen me hartstikke goed. Maar ja, iets met bezuinigingen, crisis en zo. Ook mijn peuter en ik moeten eten. Dus voor ik die onwijs leuke baan heb gevonden, werk ik met liefde op mijn 8+ groep.

Het was even omschakelen. Ik moest denken aan een oud blogje. Ik verwonder me nog steeds over hoe kinderen kunnen denken.

Uit mijn oude blogbestand van een hoogzwangere Fiek in de kinderopvang.

‘’Juf Fieke…’’ Vraagt een klein donker meisje terwijl ze voor me staat staat. Ze kriebelt voorzichtig met twee handjes op mijn dikke buik. Er komt een ondeugende blik in haar ogen.
‘’ Wat is’t lieverd?’’ Vraag ik haar terwijl ik haar een aai over haar bol geef. Het kriebelen op mijn onrustige buik is wel rustgevend.
Haar mond trilt een beetje en ik zie dat ze met een vraag worstelt. Uiteindelijk weet ze de vraag eruit te persen.
‘’ Juf, heb jij een baby in je buik?’’
Ik glimlach. ‘’ Ja dat klopt, ik heb een baby in m’n buik.’’
Haar wenkbrauw schiet omhoog, haar mond valt open, ze trekt haar handen abrupt terug en ik zie een blik vol onbegrip en afschuw.
 

‘’ Juffrouw, waarom eet jij baby’s op?’’

 

 hand

Gescheiden of bescheiden?

‘’ Mamma, mamma…’’ Mompelt de Tijn2012 terwijl hij met zijn handjes aan mijn vest hangt.
Ik geef hem een aai over zijn bol en hij begrijpt dat dit een vrijbrief is om zijn vraag te stellen.
‘’ Jij vindt pappa en ‘lijn niet lief, toch?’’ (lees: Jij vin paaappa en Lolijn nie lief, toch)
Ik kijk even verbaasd op van deze vraag en reageer direct met de woorden: ‘’ ik vind pappa wel lief, hoor en ‘lijn ook. ‘’
‘’ Nee toch, mamma?’’ Vraagt hij terwijl hij in zijn speelgoed kist rommelt.
Tijn heeft mijn volle aandacht ik zeg: ‘’ ik vind Pappa wel heel lief hoor lieverd. Het is jouw Pappa. Daarom. ‘’
‘’ Dan moet je naar huis, mamma. ’’ Zegt hij met zijn kleine wenkbrauwtjes gefronst.
‘’ Lieverd, Pappa en ‘lijn zijn in hun huis en ik ben hier thuis, met jou.’’ Ik ben door mijn knieën gezakt om hem nog meer het gevoel te geven dat ik luister naar zijn verhaal.

‘’Nee mamma, jij moet naar huis!’’ Ik voel de irritatie in het kleine peuter lijfje. Ik snap er niks meer van. Heeft zijn vader iets gezegd? Begint hij te beseffen dat hij gescheiden ouders heeft? En bovenal, wat moet ik hier mee!?
Ik zeg nog een keer: ‘’ ik ben thuis en Pappa is in zijn huis.’’ terwijl ik over zijn ruggetje wrijf.
‘’ Pappa en Mamma zijn niet meer samen. Daarom wonen we apart. Dit is ons huis. Jij hebt gewoon twee huizen.‘’
De Tijn2012 zucht heel diep en gooit er een overdreven gepffff uit.
‘’ Neehee, niet thuis, we moeten zo naar Jacqie. Jij moet werken. Pappa is ook aan het werken. Ik moet naar Jacqie. ‘’

Ik denk dat ik er mooi onderuit ben gekomen, voor deze keer, ofzo.

priet