‘’ Mamma, mamma…’’ Mompelt de Tijn2012 terwijl hij met zijn handjes aan mijn vest hangt.
Ik geef hem een aai over zijn bol en hij begrijpt dat dit een vrijbrief is om zijn vraag te stellen.
‘’ Jij vindt pappa en ‘lijn niet lief, toch?’’ (lees: Jij vin paaappa en Lolijn nie lief, toch)
Ik kijk even verbaasd op van deze vraag en reageer direct met de woorden: ‘’ ik vind pappa wel lief, hoor en ‘lijn ook. ‘’
‘’ Nee toch, mamma?’’ Vraagt hij terwijl hij in zijn speelgoed kist rommelt.
Tijn heeft mijn volle aandacht ik zeg: ‘’ ik vind Pappa wel heel lief hoor lieverd. Het is jouw Pappa. Daarom. ‘’
‘’ Dan moet je naar huis, mamma. ’’ Zegt hij met zijn kleine wenkbrauwtjes gefronst.
‘’ Lieverd, Pappa en ‘lijn zijn in hun huis en ik ben hier thuis, met jou.’’ Ik ben door mijn knieën gezakt om hem nog meer het gevoel te geven dat ik luister naar zijn verhaal.
‘’Nee mamma, jij moet naar huis!’’ Ik voel de irritatie in het kleine peuter lijfje. Ik snap er niks meer van. Heeft zijn vader iets gezegd? Begint hij te beseffen dat hij gescheiden ouders heeft? En bovenal, wat moet ik hier mee!?
Ik zeg nog een keer: ‘’ ik ben thuis en Pappa is in zijn huis.’’ terwijl ik over zijn ruggetje wrijf.
‘’ Pappa en Mamma zijn niet meer samen. Daarom wonen we apart. Dit is ons huis. Jij hebt gewoon twee huizen.‘’
De Tijn2012 zucht heel diep en gooit er een overdreven gepffff uit.
‘’ Neehee, niet thuis, we moeten zo naar Jacqie. Jij moet werken. Pappa is ook aan het werken. Ik moet naar Jacqie. ‘’
Ik denk dat ik er mooi onderuit ben gekomen, voor deze keer, ofzo.