‘’ Fiek, je gaat je stijltang toch niet meenemen?’’
Compleet verbaasd over dit gebrek aan begrip voor mijn eerste levensbehoefte, springen mijn wenkbrauwen omhoog. ‘’ Tuurlijk wel! Zonder dat ding ben ik compleet onthand. Net als de föhn. Die gaat ook mee’’
Nou zijn het de duifjes die in een groepswhatsapp tot een bombardement van gelach komen.
Ik zie er de humor niet van in.
‘’ Fiek, die dingen blijven thuis. Je gebruikt ze daar toch niet.’’
Ik had zelf al bedacht dat ik mijn hooggehakte schoenen thuis zou laten, maar die stijltang. Geen twijfel over mogelijk die gaat mee.
‘’ Zeg Duifjes. Alles leuk en aardig. Maar die stijltang en die föhn gaan echt mee hoor.’’
‘’ Ik heb ook een föhn. Dat scheelt weer slepen. Dus die laat je thuis. ‘’ roept Nic.
Op zich zie ik dat wel zitten. Dan hoef ik alleen nog maar een paar dagen in Marokko met een föhn te zeulen dus dat komt goed uit. Ik overtuig de Duifjes nog even van de essentie van de stijltang en mijn woeste lokken die anders voor geen meter in model zitten en we komen tot het compromis. Stijltang gaat mee en föhn blijft thuis.
Ik ben een held op sokken. Zeker wat vakantie betreft. Nic heeft zoals wel bekend een tijd geleden besloten om in Marokko te gaan wonen. Nieuwsgierig als ik ben wil ik dat dan wel eens met eigen ogen gaan bekijken. Joda is al een aantal keer mee geweest dus bereid mij voorzichtig en tactvol voor op zaken die ik kan gaan verwachten maar ook in praktische zin. We boeken, ik regel een paspoort , verzin de meest creatieve constructies de Tijn2012 onder te brengen, regel een backpack ( de geleende hutkoffer die groter is dan ik leek de Duifjes niet zo’n strak plan onder het mom van ‘rondtrekken’), regel rare constructies voor de poesjes (daar heb ik misschien nog wel het meeste moeite mee, ik ben nog nooit op vakantie geweest zonder iemand in huis maar dit keer heb ik van de 8 mensen die ik gevraagd heb, niemand kunnen vinden die op ze past in huis dus zijn ze 2 weken alleen) en vraag vrij op mijn werk.
Dan is het een kwestie van afwachten.
Op woensdag, een dag voor vertrek, lever ik de Tijn2012 af. Met pijn in mijn buik. De afgelopen tijden is het flink huilen als Mamma weggaat. ‘’ Dag mamma, doeii!!!’’ roept hij hard in de armen van Opa. Ik ren het huis af met een lach van hier tot aan Timboektoe. Het moeilijkste hebben we gehad! Hoera! Thuisgekomen pak ik alles in en weeg mijn backpack. Onder de 15 kilo. Wauw. Snel ren ik naar de winkel om nog een pot pindakaas en dropjes te kopen en prop die nog gauw tussen mijn sokken. ’ S Avonds ga ik nog even naar de Stairway waar één van de bevriende pepermannen moet spelen en krijg ik nog even de laatste instructies mee. Iets met de tent uit gemept worden als ze me terug zien in een aflevering van Grenzeloos Verliefd is de boodschap.
Moe en voldaan stap ik in bed.
Ik slaap onrustig zoals altijd voor vakantie. Schrik ’s nachts een paar keer wakker en ben veel te vroeg op.
Ik whatsapp de pepermannen.
‘’ Die backpack he, die gaat er met mij vandoor! Ik donderde net de trap af van het gewicht’’
‘’ Fiek. Je zou je hakken thuis laten weet je nog?’’
‘’ Neehee, ik ben plat vandaag.’’
Een gesprek over backpacks waar ga je met ons Fiepje naar toe volgt. Ik krijg nu al last van mijn rug als ik bedenk dat ik met de backpack van hot naar her moet zeulen.
Joda belt. ‘’ Presentatie loopt uit! Word een trein later!’’. Relaxed als ik (niet) ben heb ik besloten deze vakantie alles los te laten en te vertrouwen op de kennis en expertise van de Duifjes.
‘’ Okido! Komt voor de bakker!’’. Joda had helaas een presentatie dezelfde ochtend als we zouden vliegen.
Als het dan echt tijd is om te vertrekken check ik nog even alles snel.
Stijltang: Check
Paspoort: Check
Tickets: Check
Sleutels: Check
Portemonnee: Check
Sigaretten: Kut
Kopie paspoorten: Check
Nou volgens mij heb ik alle belangrijke dingen. Op het station haal ik wel ergens stinkstaafjes. Ik sjouw met moeite de backpack op mijn rug. De ladylike Dakine rugzak doe ik op mijn buik en voel me een wandelende rugzak. Een ezel is er niets bij (later wel, merk ik door twee weken Marokko). Ik strompel de bus in en houd mezelf met moeite staande. Toch ben ik vrolijk en krijg ik die enorme lach niet van mijn gezicht geslagen.
Als ik de bus ook weer veilig uit gestrompeld ben verplaats ik mezelf door de mensenmassa. Inmiddels ietwat chagrijniger door het gebrek aan rekening-houden-met, door mijn medemens strompel ik de AH to Go binnen. Ik bestel mijn stinkstaafjes.
‘’ Pardon dame, mag ik je identiteitsbewijs zien?’’
Ik zucht. NOOIT doe ik moeilijk over het tonen van mijn identiteitsbewijs. Maar waarom moet die zakkenwasser uitgerekend NU, terwijl ik amper kan blijven staan, juist NU vragen om mijn identiteitsbewijs terwijl mijn paspoort ergens op een plek zit waar ik niet zo snel bij kan.
‘’ Nou dan moet ik even graven’’.
zeg ik zuchtend. Tergend traag (tot grote irritatie van de enorme rij achter me) graaf ik in de enorme backpack om er vervolgens achter te komen dat mijn paspoort daar niet is. Ik zucht nog wat harder.
‘’ Doe maar niet zo bijdehand jongedame. We zijn verplicht sinds januari iedereen onder de 25 jaar te vragen om zijn identiteitsbewijs. ‘’
Ik kijk hem boos aan en overhandig hem mijn paspoort.
‘’ Zie je nou, niet te bijdehand dame, 22, dus.’’
‘’ 24 jaar inmiddels. Dus. ’’
Zeg ik boos en zo hard mogelijk in de hoop dat hij nu op zijn pik is getrapt.
‘’oh..’’ hoor ik beteuterd uit zijn mond.
Boos pak ik mijn paspoort terug en stouw alles weer in mijn backpack. Mijn humeur is gedaald tot het nulpunt. Boos app ik alle groepswhatsapps en wens de Mijnheer in zijn AH apenpakje wat lichamelijke ongemakken toe.
Ik trakteer mezelf op de Starbucks, want hee, het is vakantie! Ik ga alvast naar het perron waar ik met Joda heb afgesproken.
Van uit de verte zie ik een backpack met een Joda aankomen. Ze heeft de pas er flink in en we kletsen snel bij over de AH zakkenwasser en haar presentatie. Hop de trein in.
Het wordt een ommelandse reis. We reizen van Utrecht naar Zaltbommel om daar door de moeder van Joda naar Brussel gebracht te worden. Vanuit Brussel vliegen we naar Rabat waar Nic ons zal opwachten.
De trein blijft maar staan en staan. Ik krijg het stiekempjes wat op mijn heupen.
‘’ Dames en heren, deze trein zal niet verder rijden dan Houten’’.
Whut! Ik zeg niks en bedaar.
Joda legt al haar spullen op tafel en roept dat ze even gaat kijken en vragen. Ze springt de trein uit. ‘’potverdrie. Waarom moet ze die trein nou uit, je kunt toch ook binnendoor?’’ Zeg ik tegen mezelf.
De deuren sluiten en de trein begint te rijden.
KUT JODA! Ik zoek tussen de mensen naar een Joda maar zie haar nergens staan. De zenuwen gieren door mijn lijf aangezien alles wat ze heeft hier op tafel ligt. Telefoon, ov chip enzovoorts. WAAROM MOEST ZE DIE TREIN NOU UIT??
Nog steeds geen Joda en ik begin in paniek te raken.
Alsof de hemel openbreekt zie ik een klein figuur met donkere haren op me af stevenen.
‘’ wel alle perenapen op een rij! Ik dacht dat je er niet inzat. WAAROM MOEST JE DIE TREIN NOU UIT? TRUT!’’
Joda moet lachen.
‘’ Je denkt toch niet dat als de deuren dicht gaan dat ik leuk buiten blijf staan?’’
Even van mijn stuk gebracht door deze theorie mopper ik nog wat. Gelukkig is het goed gegaan. De trein gaat inderdaad niet verder dan Houten. Door een aanrijding met een persoon.
‘’ Waarom moeten die mensen nou altijd op dit tijdstip voor de trein springen? Net als ik een vliegtuig probeer te halen.’’ Mopper ik. Joda houdt wijselijk haar mond.
Joda’s mamma is de redding. Ze haalt ons ergens in de middle of nowhere in Houten op ( Joda had het plan even uitgestippeld). En we vertrekken eindelijk naar Brussel! De rit gaat snel voorbij door de moeder en tante van Joda die er op los babbelen.
Met stevige pas lopen we over het vliegveld. Joda kent het vliegveld en weet de bagage incheck feilloos te vinden. Een spannend moment want ik vraag me af of mijn thuis weegschaal wel helemaal werkt. Beiden onder het maximum! Hoera! Door naar de Douane . Ik krijg daar toch altijd een beetje de kriebels van. Ik lach vriendelijk naar de man en mag gewoon doorlopen. Pff. Koffie. Nu. Eerst. Oh.Ja.En.Plassen.
We wachten eindeloos in de rij om het vliegtuig in te mogen. Eindelijk in het vliegtuig. We zoeken een plekje en ik puf uit. Pfoe. De eerste stap hebben we overleefd. Met mijn handen stijf geklemd aan de leuningen stijgen we op. Op naar het avontuur!