Ik druk op het knopje om de deur te openen en blijf even staan. Ik zucht. Een overvol consternatie bureau. Ik vis mijn boekje uit mijn tas en leg het bij de vriendelijke en vrolijke assistente. Bijna alle aankleedkussens zijn bezet. Ergens achterin een hoekje waar een hele bups kinderen speelt is nog een kussen vrij. Fijn. Tussen de kinderen. Joepie.
Ik zet de Tijn2012 op mijn schoot en trek langzaam zijn jas en schoenen uit. Terwijl ik dat doe kijk ik mijn ogen uit. Een groepje vrouwen staat druk te kletsen. Hoppa! Bingo. Daar wordt alweer een tiet uit een trui getrokken. Een baby wordt aan de melkmachine gelegd. Zonder schaamte (Neehee, ik weet dat je je niet hoeft te schamen. Jij niet. Ik wel) ik moet denken aan mijn eigen borstvoedingstijd en krijg de koude rillingen. Bah. nóóit meer.
Inmiddels zijn er al drie speelgoed kinderwagens tegen mijn knie gebotst en ik vraag me af waar die moeders zijn.
Ah. De kinderen horen bij de melkmachine.
‘’ ja wacht nog maar even met Tijn uitkleden. We lopen íets uit’’. Ik denk aan de vorige keer toen ik anderhalf uur op het consternatie bureau heb zitten wachten. Toen liepen ze ook ‘iets’ uit. Na een half uur roept de assistente dat ik hem wel mag uitkleden. Hij wordt gewogen en gemeten. Hij sjanst nog even met de assistente met het accent wat ik niet kan thuisbrengen en we gaan weer zitten. Ik wacht nog een half uur. Ik mopper. Inmiddels is hij alleen in een handdoek en luier gehuld en Tijn wordt hoogst ongeduldig. Ik wil hem niet op de grond zetten want heb daar zojuist een hoop snot en een ‘ongelukje’ op zien vallen. Dan maar in de houdgreep houden. Volgende keer neem ik wel een dwangbuis mee.
‘’Tijn mag komen’’ ik loop naar het meisje met de te grote bril voor haar neus toe. ‘’ sorry voor de uitloop’’. Zegt de stagiaire. Ik heb haar dat riedeltje net al drie keer eerder horen zeggen. Goed afgerichte stagiaire. Zoals het een goede zoon betaamt begint hij meteen met sjansen. Hij trekt alles uit de kast en het werkt. Stiekem bijt ik nog snel even een nagel af die te lang is en pulk ik een klodder oorsmeer uit zijn oor. Voor mij zitten de stagiaire met de te grote bril voor haar neus en een wat oudere arts die op een Annie lijkt. Een Annie uit een Tokkie buurt. Ze ziet er niet al te geleerd uit eigenlijk. Maar nou mag ik niet oordelen op uiterlijk toch?
‘’ Zo, hoe is het met Tijn?’’ vraagt ze terwijl ze haar arm onder haar kin steunt.
‘’ nou met Tijn gaat het prima’’ zeg ik terwijl ik voel dat ik blokkeer en mijn sceptische haren omhoog trek. Deze toon staat me niet aan.
‘’ deze afspraak krijgt hij twee prikken en kijken we hoe het gaat. Eerst gaan we even de gemiddelde n bekijken. Die wil ik graag aan je laten zien.’’
Ik zucht. Altijd die eeuwige gemiddelden. Dat gemiddelde mag m’n .. in. Geen kind is hetzelfde toch?
zoals altijd zit hij overal ‘’prima’’. Maar het gewicht blijft lager dan gemiddeld. Dat wist ik wel. Het is geen bollie. En dat is al sinds zijn geboorte. Ik heb het losgelaten. Hij is vrolijk. Nogal actief en poept en eet als een volwassen vent.