Buikspierkwartier
” Kom op! Nog 10… 9….8….Kom op!” Hoor ik mijn trainer in mijn oor tetteren.
” Ik weet niet hoor, trainen kan je wel maar ik denk dat je toch even terug naar school moet. Jouw tellen vind ik een discutabel puntje. Ik heb nog nooit iemand zo traag van 10 naar 0 horen aftellen.” Pers ik mopperend uit mijn mond terwijl er zweet druppels op de rode mat vallen. Ik lig met mijn billen in de lucht in plank houding terwijl ik met mijn armen om de beurt, op een kussen ram. Als we eindelijk bij nul zijn stort ik door mijn hoeven en slaak ik een diepe zucht. Languit op mijn buik hijg ik als een bezetene en hunker naar een zak verse zuurstof.
” Kom op Fiek, nog even een stukje fietsen.” Zegt hij met een zelfingenomen lachje. Gekscherend noem ik hem vaak een sadist. Ondanks dat het de beste ’therapeut’ is die ik in tijden heb gehad.
Ik rol met mijn ogen bij het idee. Mijn minst favoriete buikspieroefening. Ik voel me altijd een aangestrande spartelende walrus met eczeem onder de vinnen . Echter, mijn eigenwijsheid en doorzettingsvermogen nekt me dus ik spartel zwetend verder en doe wat me is opgelegd. Hoewel ik nog wel eens zucht, puf, steun en theatraal mopper, merk ik na een aantal maanden wel degelijk héél veel verschil.
Advies
Mijn laatste behandelaar gaf me in de afronding het advies een cursus zelfverdediging te gaan doen (mijn vorige blog over de krochten van de GGZ lees je hier). Een advies wat ik ter harte heb genomen en na een tip van Exlief ben ik bij mijn huidige trainer terecht gekomen. Zodoende krijg ik twee keer in de week personal training. Hoewel ik 7 kleuren scheet bij het idee te moeten sporten, ga ik trouw en voel ik me al veel minder angstig. Sterker nog, ik vind het echt heel erg leuk!

Als ik ben bijgekomen van het buikspierkwartier gaan we verder. De focus ligt op zelfverdediging. Elke keer word ik verrast met nieuwe technieken. Op de agenda dit keer nieuwe tools en tricks, zonder direct geweld te gebruiken of iemand neer te hoeken. Op een rustigere manier om mijn grens aan te geven en mensen op afstand houden, die voor mij goed voelt. Mijn trainer schetst wat scenario’s waar ze effectief kunnen zijn en geeft me mee ze ook aan de Tijn2012 te leren.
Grens
Ik vind het fijn om mee aan de gang te gaan. Ik vertel over een situatie op een feestje waarbij een kennis van me nét even te dichtbij stond en het nodig vond om aan mijn billen te zitten.
” Maar wat vond je daar dan van en wat heb je gedaan?” Vraagt hij belangstellend.
Ik denk even na. Ik verstijfde. Zoals altijd. Uit angst. Bang voor de confrontatie.
” Niet zo veel, ik heb mezelf er uiteindelijk een soort van ongemakkelijk uit gedraaid met een smoes en ben drinken gaan halen. Ach, je weet hoe dat gaat. Mensen hebben een borrel op, jolige sfeer. Het was niet erg.” Zeg ik.
Mijn trainer laat me uitpraten. Luistert. Wacht even af. Aan zijn gezicht kan ik zien dat hij serieus is en dat het nu geen tijd voor grapjes is.
Schuchter draai ik mijn ogen weg en kijk ik naar de grond om hem vervolgens weer voorzichtig aan te kijken.
” Fieke, luister goed. Het is NÓÓIT oké als mensen aan jouw billen zitten als jij je daar niet prettig bij voelt. Mensen horen niet aan jou te zitten. Het is JOUW lichaam. Drank of niet. Het hoort niet en het gaat je grens over! Dat is écht NIET oké.” Zegt hij doordringend en bloedserieus.
Ik voel me een klein meisje wat terecht wordt gewezen door de meester en sla beschaamd mijn ogen naar de rode mat. Ik pluk een onzichtbaar pluisje van mijn been en laat zijn woorden even op me inwerken.
Confrontatie
Daar is de spiegel weer. De confrontatie. Ik kijk weer omhoog en durf niet zo veel meer te zeggen. Bewust van mijn patroon in het weg cijferen van eigen grenzen of behoeftes. Ik ben in staat bij het breken van drie ledematen om te denken dat het niet erg is en ik me niet moet aanstellen. De vierde doet het ten slotte nog? Of als ik neer geknuppeld in een greppel eindig, te denken dat het mijn eigen schuld is. Had ik daar maar niet moeten zijn op dat moment. Daar is nog wel winst te behalen, besef ik me. Zijn woorden dreunen nog na in mijn hoofd.
” Nog even trappen als afsluiter.” Word me medegedeeld terwijl ik hem naar een kussen zie grijpen. Nog steeds onder de indruk van zijn strenge doch rechtvaardige les van zojuist, zucht ik zachtjes. Dit vind ik zwaar.
Ik breng mijn dekking omhoog en gooi mijn heupen in de strijd. Ik moet hem van de ene kant van de ruimte naar de achterkant van de ruimte trappen. In mijn ogen kilometers lang. Ik begin te trappen. Het wordt zwaar. Hij moedigt me aan maar de moed zakt me in de schoenen. Mijn benen worden zwaarder en ze beginnen te verzuren. Mijn hoofd is inmiddels een overrijpe zwetende tomaat en voel mijn hart bonzen. Als ik een trap geef, komt hij terug en wordt de afstand alleen maar weer groter. Hij gaat geen centimeter meer achteruit.
Verzuring
” Dit is niet eerlijk! Je komt terug!” Gil ik uit.
” Ja, en als je nu niet harder gaat trappen ga ik nog verder terug. DOOR gaan! Kom op!” Wordt er streng geroepen. Even probeer ik het maar dan verzwak ik weer.
” Ik wil wel maar mijn benen willen niet meer!” Piep ik er wanhopig uit.
” Kom op! We zijn al over de helft, je kunt dit! Je mag schelden! Vloek! Als je maar doorgaat!” Hoor ik terwijl mijn lichaam tegen werkt. Ik weet er niks meer uit te persen dan een on-afgemaakte schreeuw en maak me klaar voor een nieuwe trap met alle kracht die ik nog heb. Maar het gaat traag. Het lukt niet. Mijn lichaam wil niet meer en ik weet niet meer waar ik de kracht vandaan moet halen.
” KOM OP FIEK! DENK AAN …….” Schreeuwt hij tegen me.
Alle lucht word uit mijn longen geperst en het voelt alsof ik een trap in mijn maag krijg. Ik begin te wankelen en de ruimte draait om me heen. Tranen prikken achter mijn ogen. Het breekpunt. Ik hoorde de juiste woorden die ik nodig had om verder te komen. Ik draai me duizelig om. Ik kan mijn tranen na maanden en veel trainingen niet meer verbergen en wegdrukken. Ein-de-lijk komt alles eruit en durf ik als een klein meisje met grote uithalen te huilen.