Tag archieven: blog

Werk inclusief uitdaging.

Ik kijk uit over een overvol terras. Kinderen, moeders, collega’s, ouderen met rollators en een paar geparkeerde kinderwagens. Het is benauwd maar de zon schijnt. Ik zie mijn collega van het leerwerkteam over het terras lopen terwijl ze haar notitieboekje in haar hand geklemd heeft.

Lees verder

Beelschermtijd

Het is zondagmorgen en ik hang onderuitgezakt op de bank. Met mijn knieën omhoog zit ik in een onmogelijke positie op mijn telefoon te scrollen. Ik voel de spieren in mijn rechterarm tussen mijn pols en elleboog pijn doen. Ik ga verzitten, de RSI klachten negeer ik. Het is al minder dan toen ik niet werkte, want ik heb nu veel minder tijd op mijn telefoon, praat ik het voor mezelf goed.  De filmpjes en teksten dansen wazig voor mijn ogen. Ik strek mijn benen en ga op zoek naar mijn bril. Als ik die gevonden heb, poets ik hem schoon en gaat er een wereld voor me open. Als een logge zeehond draai ik me nog eens om. Ik voel me onrustig worden en schrik als ik naar de tijd kijk.

Lees meer: Beelschermtijd

Kak, de Tijn2012 zit dus ook al die tijd al te gamen. Ik gooi mijn telefoon aan de kant, schud mijn schouders los. De pijn in mijn nek is vast van spanning, niet van in ongemakkelijke posities naar een beeldschermpje turen, praat ik het voor mezelf goed. Ik rek me uit en bereid me alvast voor op een heftig oogrollend, zuchtend en ‘jahaaaaa’ scenario als ik besluit dat ook de Tijn2012 genoeg beeldschermtijd heeft gehad.

Ik loop naar zijn kamer. Ik stap een donker hol binnen waar Tijn onderuitgezakt onder zijn dekens zit. Een controller in zijn hand, YouTube filmpjes spelen onvermoeid door op zijn telefoon terwijl hij tegelijkertijd zijn ogen richt op de tv en ingewikkelde monsters uitmoordt op de Playstation.

’Ga je zo afsluiten? We gaan vanmiddag naar de Dorpsfeesten. Volgens mij heb je wel genoeg beeldscherm gehad’ Zeg ik terwijl mijn wenkbrauw omhoog schiet bij het zien van bovenstaand tafereel.
‘Ja is goed.’ Zegt hij terwijl zijn ogen strak op de TV blijven gericht. Zijn lichaam spant samen en ik hoor in sneltreinvaart vingers over de controller gaan.
‘Ah, kill!’ gilt hij uit. Zijn stem schiet over in de fase van de baard in de keel krijgen.
Ik grinnik terwijl ik nog steeds in de deurpost hang.
‘Tinus, heb je me gehoord?’ Vraag ik nog een keer, terwijl ik het ongeduld in mijn stem probeer te onderdrukken.
‘Jahaaaaaa… Ik stop zo. Even deze missie afmaken.’ Mompelt hij terwijl ik een of andere Rambo op het beeldscherm wild om zich heen zie maaien.

Ah, daar is ‘ie. De ‘jahaa’. Mijn nekharen schieten nog steeds overeind bij het horen van dit woord. Ik dacht dat ik ‘m er redelijk uitgeramd had, maar het beeldscherm blijft nogal een heikel punt hier in huis. Meer dan me lief is. Zuchtend loop ik weg. Ik ben moe en heb eigenlijk geen zin in deze discussie.

Ik App Pascalpedia, die een dochter in dezelfde categorie heeft. De BFF die mij als geen ander begrijpt en kent. Samen mopperen we er op los en geef hem eerlijk toe dat ik soms ook niet zo goed meer weet hoe ik de Tijn2012 van een beeldscherm moet bikken. Ik merk dat ik de laatste tijd steeds vaker verlang naar Tijn die twee jaar was en zijn armpjes afhankelijk om mijn nek vastklampte. Naar de tijd dat mijn dreigementen als moeder nog indruk maakten om iets voor elkaar te krijgen. Maar ook dat ik hem een knijper gaf om mee te spelen. En dat hij content was, met een knijper.

Ik trek een moeilijk hoofd terwijl ik nadenk. Ondertussen pluk ik een dood blaadje uit een plant als er een nieuw idee op plopt voor een serie Stories op Instagram. Ik zoek een foto op en maak wat concepten. Voor ik er erg in heb ben ik weer tien minuten verder. Mijn gedachten dwalen weer af naar hoe het beeldscherm tegenwoordig zo geïntegreerd is in ons leven. Vooral hoe ik ervoor ga zorgen dat mijn kind er minder achter zit. Want dat moet, toch?

Het wordt gebagatelliseerd, het wordt aangedikt, het wordt besproken in het nieuws en er worden onderzoeken naar gedaan. Maar feit blijft dat we veel achter een schermpje zitten. De Tijn2012 heeft het ongeluk dat hij een oogafwijking heeft, waardoor hij slechte ogen heeft. We zitten elk half jaar bij de oogarts en blijven stug druppelen met medicijnen in zijn ogen. Het wordt niet beter en alleen maar slechter. We kunnen enkel remmen, zodat de achteruitgang minder snel gaat. Bij elk bezoek benadrukt de arts het effect van ‘ver kijken’ en de negatieve invloeden van een beeldscherm.

Maar hoe doe ik dit als moeder wanneer een beeldscherm nou eenmaal iets is wat hij het leukste vindt om te doen?  Als ouders verplichten we zijn sporten. Hij voetbalt drie keer in de week. Mijn vriendin vist en dat vindt hij ook leuk, dus hup er komt een hengel. Lezen vindt hij leuk, dus hup er komen boekenkasten vol boeken. In de zomer zijn we veel bij het water, dus hup er komt een sup. Afspreken met vrienden wordt heel erg gestimuleerd en mag altijd. Dus hup gaan.
Maar hem bewegen tot het ook daadwerkelijk uitvoeren van deze activiteiten blijft een dagelijkse uitdaging. Gamen is en blijft hetgeen wat hij het liefste doet.  En stiekem kan ik hem geen ongelijk geven. Ik werk hard om al deze dingen te kunnen aanbieden en kopen, maar dat houdt ook in dat hij veel alleen is. De tijd dat ik weg ben heb ik geen zicht op wat er allemaal thuis gebeurt. Ik zorg dat ik klusjes heb liggen die gedaan moeten worden, praat erover, maar er blijft nog veel tijd over om te gamen. Meer dan goed voor hem is.

Onlangs werd ik door Tijns’ vader en stiefmoeder op mijn vingers getikt over Tijns’ beeldschermtijd. Ik heb geleerd even te wachten voor ik reageer. Maar dit keer hoef ik er niet lang over na te denken. Ik kan niks anders dan hen gelijk geven. Ik benoem dit ook en we spreken af er samen naar te kijken, een lijn te trekken en als ouders een front te vormen. Toch lukt het loslaten me niet goed.

Als ik zowel Tijn als mezelf in beweging heb doe ik snel nog even mijn beklag over het beeldscherm euvel bij mijn vriendin. Dat ik hem nu toch écht achter dat beeldscherm vandaan trek om wat te gaan doen. Trots eindig ik mijn betoog.
Mijn vriendin, die het andere uiterste is van mij, in alles. De vriendin die een gruwelijke hekel heeft aan beeldschermen bij kinderen, die zelf letterlijk groen en bruin ziet van het buiten zijn en die behalve Whatsapp, geen social media heeft. Die het alleen maar bejubelt als Tijn iets anders doet dan gamen.

‘Fiek, doe je dat voor Tijn of omdat je je druk maakt over wat anderen vinden over zijn beeldschermtijd en hoe jij hem opvoedt?’

Kak, daar krijg ik ‘m weer. De spiegel. Mijn mond gaat open om een tegenreactie te geven maar ik doe mijn mond weer dicht. Ik trek een kinderachtig gezicht en stamp als een kleine kleuter op de grond. Ze heeft gelijk. Ik word geraakt in het stukje ‘ik doe het niet goed’. Een diepgewortelde overtuiging.
‘Liefje, je doet het goed. Je bent een hele goede moeder en kijk hoe goed Tijn het doet. Blijf bij jezelf.’

Ik zucht diep. Ik laat de zojuist gekregen spiegel even op me inwerken en denk aan de Club van Relaxte Moeders. ‘Al die andere moeders doen ook maar wat’ en voel me even gesterkt. Ik doe wat ik kan.

‘Tijn kun je even helpen om die doos naar zolder te brengen?’ Vraag ik terwijl ik de vlizotrap van de zolder naar beneden trek. Meteen komt hij me helpen en met gemak geeft hij een zware doos aan.
‘Wat word je toch groot en sterk.’ Verzucht ik als ik de doos steunend de trap verder opsjouw. Ik berg de doos op en loop terug naar de trap.
Onderaan de trap zie ik Tijn grijnzend staan. Hij heeft de trap omhoog geschoven zodat ik niet meer naar beneden kan.
‘Weet je zeker dat ik vanmiddag mee naar buiten moet, mammmaaaa’?
Ik moet lachen.
‘Weet je zeker dat je ooit nog op de Playstation wil?’

Voorlopig is dat beeldscherm nog een verrekte handig dreigement.

Voetbal Loeder

”IEHW, MAM DE POEZEN HEBBEN WEER GEKOTST.”
Zijn nou niet bepaald de woorden die ik wil horen op het moment dat ik nog in slaaptoestand verkeer.
Langzaam draai ik me om en zie de tijd. 06:35 uur. In het weekend.
Ik kom het zo opruimen, kun je even een bak koffie komen brengen? Vraag ik krakerig aan de Tijn2012.
Vanuit de slaapkamer hoor ik een hoop gerommel en gepraat in de keuken. Er donderen wat borden om. ”Niks aan de hand hoor! Alles is nog heel.” En ik kruip zuchtend nog wat dieper onder mijn dekbed.
Ik krijg een kop koffie aangereikt en een verslag van het zojuist gespeelde online spelletje.
”Oh ja, ik moet zo voetballen he?” Ik kreun.

Lees verder