Lentekriebels

Met een sigaret tussen mijn wijsvinger en middelvinger geklemd pak ik mijn glas wijn en neem ik een klein slokje.  Het is een zwoele lente avond met temperaturen die tot laat in de avond nog zeer aangenaam zijn. Ik denk na over van alles en geniet van de rust. Mijn voeten op een bankje, armen rustend op de leuning lig ik onderuitgezakt op een stoel.

Opeens is mijn aandacht getrokken. Op die twee. Ik houd mijn adem in. Gebiologeerd kijk ik toe. Ik verroer me niet in de hoop dat ze mijn aanwezigheid niet opmerken. Ze draaien om elkaar heen. Kijken elkaar diep in de ogen aan. De temperatuur wordt opgevoerd. Even is hij weg en dan vinden ze elkaar weer. Het gaat tijden door. Samen zitten ze in hun eigen wereld. Alles rondom hun blijft onopgemerkt. Puur en alleen oog voor elkaar.

Ik strek mijn ene arm naar mijn glas zonder maar iets te hoeven missen. Voorzichtig neem ik nog een slokje van mijn wijn.

Ze hebben elkaar gevonden.  Ze draaien rondjes om elkaar. Tasten elkaar af. Voorzichtig. Verdronken in elkaar. In deze ontmoeting.  Nog een keer kijken ze elkaar diep in de ogen aan. Mijn pupillen worden groot. Een raar onderbuik gevoel en kippenvel op mijn linker arm. Ik word er een beetje week van terwijl ik blijf staren. Ik houd mijn adem in.  Zou het nu gaan gebeuren? Terwijl ze nogmaals rondjes om elkaar heen blijven draaien stijgt de spanning bij mij ook..

BAM!

In een reflex pak ik de krant die voor me ligt en mep ik hard.

Ik houd niet van parende insecten op mijn arm.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *