We zijn neergestreken aan lange picnictafels op een festival. De zon schijnt fel en de temperatuur is in korte tijd hoog opgelopen. Het is druk en ik kijk mijn ogen uit. Vrienden vinden elkaar, ze lachen hard terwijl er drankjes worden gehaald. Iedereen bepaalt zijn plekje en terwijl we schuiven worden er picknickleden neergelegd en worden de kleintjes ingesmeerd met zonnebrand.
”Tijn! Wacht maar jongen, over een aantal jaar ga je mee en kom je hier aan tafel vragen voor geld om met je vrienden wat te drinken.” Zegt mijn vriendin enthousiast tegen de Tijn2012. Tijn kijkt met zijn wenkbrauw omhoog. Het is nog een ver-van-zijn-bedshow. Ik glimlach. Aan zijn gezicht te zien lijkt het hem wel stoer.
” Pff, wat wordt ‘ie groot he?” Zegt Tante Sergeant.
Ik kijk naar mijn zoon en in sneltreinvaart vliegen de herinneringen me om de oren. Hij is enorm gegroeid. Letterlijk. Nou heb ik niet vooraan gestaan bij het uitdelen van de Pokon maar met zijn elf jaar is hij al bijna even groot. En wordt steeds breder. Het kinderlijke begint er af te raken. Als enige van de groep werd ik jong moeder. Ik kijk om me heen en zie mijn vriendinnen als kersverse moeders met jonge kinderen op schoot of op een kleed terwijl ze zich wankel met mollige armpjes vastgrijpen aan hun moeders. Na al die jaren zijn we elkaar niet uit het oog verloren, groeien we nog steeds samen op.
”Tijn, kijk om je heen. Wordt dik cashen straks.” Zeg ik terwijl ik hem zachtjes aanstoot.
Hoe bedoel je?
” Nou, over een aantal jaar kan jij ’s avonds op de oppassen en chips etend je geld verdienen als zij een avondje uit willen.”
Oh ja! Chill. Ik heb toch broertjes, kan ik vast oefenen.
Ik zie een twinkeling in zijn ogen. Hij vat de koe maar meteen bij de horens en stelt voor om met de zoon van tante Sergeant een rondje te lopen.
”Fiek, hoe gaat het met je? Het lijkt heel goed te gaan?” wordt er gevraagd terwijl we even met z’n tweeën aan tafel zitten terwijl de rest langs de foodtrucks loopt om drinken en wat te eten te halen.
Ja, gaat prima. Druk met van alles maar ik voel me goed.
” Fijn, ik vind het zó knap van je hoe je weer bent opgekrabbeld. Van waar je kwam, zeg maar.”
Ik voel even een steek en merk dat ik meteen dichtsla. Ik vind het moeilijk om het compliment te ontvangen. Het is een terecht compliment. Ik heb hard gewerkt en vaak heb ik al politiek correct geantwoord. Zonder stil te staan bij hoe ik me eigenlijk echt voel. Sta ik eigenlijk genoeg stil bij hoe het gaat en waar ik vandaan kom? Het gaat goed, ik voel me goed maar er zijn momenten. Ik kijk nog even naar mijn grote zoon en voel een steek en het schuldgevoel komt met mach 3 de kop op steken. Ik stop het liever weg onder een dikke laag zand. Dat is geweest en verwerkt. Kijken naar de toekomst.
Maar is dat echt zo?
Een aantal weken geleden schreef ik bovenstaand stuk. Zoals met veel van mijn ideeën plopt het op. Komt het opzetten als poepen. Net als poepen moet je er dan metéén wat mee. Met poepen heb je soms ook dat het net niet lekker oplucht en je later nog een keer moet.
Zo ook met dit stuk. Het voelde niet af. Het liet me niet los. De herinnering en het moment heeft iets los gemaakt. Het heeft me aan het denken gezet…
Gister was ik jarig. De dagen ervoor begon ik er steeds meer tegenop te zien. De vrolijkheid, in het middelpunt staan maar ook het besef dat ik een jaar langer op deze aardkloot rondstoei. Ik had het leven me zo anders voorgesteld. Strenge planningen voor mezelf gemaakt en keuzes die over leven en dood gaan.
Maar als ik iets heb geleerd in het leven, is dat het altijd anders loopt dan je plant. Of verwacht.
Een akkefiekje van laatst op mijn werk, zorgt er voor dat ik snel afgeleid ben. Het heeft iets geraakt.
Beelden van vroeger flitsen in mijn hoofd en nemen op momenten mijn lichaam en geest over. De filmpjes worden in eindeloze herhaling afgespeeld in mijn hoofd en het gevoel van toen, stroomt door al mijn aderen. Ik word er moe van. Boos. Maar ook verdrietig. Ik wil stoppen met praten en alles wegstoppen. Wegstoppen onder een zware deken.
Ik voel van alles. Behalve een feeststemming.
Ik word wakker en staar naar het plafond. Ik voel dat Moeder Natuur mijn cadeau zojuist heeft gegeven en mijn baarmoeder trekt samen. Top. Top timing. De tranen branden achter mijn ogen. Even flitst de gedachte door mijn hoofd om me ziek te melden. Ik wil in bed blijven liggen. Met de gordijnen dicht, onder de zware dekens en niemand om me heen. Helemaal alleen.
De slaapkamerdeur gaat zachtjes open en ik hoor voetstappen op de vloer.
” Hiep hiep hoera Mamma” fluistert hij terwijl ik een kus op mijn wang krijg. Ik slik mijn tranen weg en glimlach.
Natuurlijk ga ik me niet ziekmelden, dat doe ik alleen als ik half dood ben. Ik ga ervoor. Hier doe ik het voor, voor Tijn. Hiervoor heb ik het roer omgegooid, spreek ik mezelf streng toe terwijl ik naar mijn zoon kijk.
Op de automatische piloot zorg ik dat alles klaar is voor vertrek naar school en het werk. Mijn vriendin belt. Ik luister naar haar gezang. En begin vervolgens keihard te huilen. Ik wil vandaag niet. ”Fiek, ben je gelukkig?” Vraagt ze me. Ze praat me moed in.
Te laat vertrek ik van huis en in de auto blijven de tranen over mijn wangen stromen. Mijn telefoon blijft bliepen. Ik raak geïrriteerd van de hoeveelheid geluidjes en heb zin om mijn telefoon door het raam te smijten.
Als ik de auto geparkeerd heb beantwoord ik nog snel wat felicitaties en met het lood in mijn schoenen stap ik de auto uit.
De kantoordeur vliegt open en er word voor me gezongen. Ik loop snel de keuken in terwijl ik verwoed mijn tranen wegveeg. Ik kan het niet opbrengen om mijn collega’s op de groepen gedag te zeggen en blijf in de keuken. Mijn werkbestie staat als verrassing voor me en ik begin meteen weer te huilen. Ik krijg oprechte, mooie, lieve woorden een dikke knuffel en kus. Zoveel liefde en zoveel warmte zorgt voor zoveel tegenstrijdige gevoelens dat ik even niet meer weet waar ik het zoeken moet. Voor de zoveelste keer deze ochtend veeg ik mijn tranen weg. Hup. Aan het werk. Spreek ik mezelf streng toe.
Mijn werkplek is versierd, het leerwerkteam stroomt binnen en ik weet me tot werken te zetten. Ik krijg een feestmuts op, ik word op een versierde stoel gezet, er wordt gezongen, gespeecht, ik krijg veel te veel cadeautjes en er wordt veel geknuffeld. Ze maken me ontzettend aan het lachen en ik kan het heel erg waarderen dat ze me zó goed kennen dat ik dit middelpunt en deze hysterie liever aan me voorbij laat gaan, maar dat absoluut niet laten gebeuren. Ik voel me even heel erg jarig.
Ik laat het leerwerkteam mijn traktatie uitdelen zodat ik de KDV groepen kan blijven vermijden en iedereen gaat aan het werk.
Het beeldscherm van mijn telefoon licht op en zie een vreemd nummer. Ik twijfel of ik moet opnemen maar mijn gevoel zegt dat ik het beter wel kan doen.
Het is de meester. Tijn is ziek en moet naar huis.
Top, ook nog. Zoals altijd, schiet ik in de handelstand. Ik bel mijn moeder en begin alweer te huilen. Ze praat me moed in.
Mijn ouders springen bij zodat mijn werk niet hoeft te lijden onder mijn privé leven en ik voel me rustig worden. Ze haalt hem uit school. Hij is in goede handen. Ik kan door met werken. Zoals altijd.
De rest van de dag ontspan ik met het uur. Ik krijg knuffels van mijn collega’s, het leerwerkteam haalt fratsen uit waar ik hard om moet lachen, ik loop met een jeukende feestmuts rond, haal de jeukende feestmuts verschrikt van mijn hoofd als ik een afspraak heb, ik regel van alles, check het thuisfront nog even en ik durf bij een aantal collega’s te praten. Praten over wat er in me omgaat. Wat het verleden heeft gedaan en hoe me dat gevormd heeft. Maar, hoe ik vastberaden ben andere keuzes te maken dan toen. Toen… een aantal jaar geleden.
Aan het einde van de dag stap ik volgeladen met lieve kaarten en cadeautjes de tuin bij mijn ouders in. Mijn broer zit in een stoel, mijn kind op de bank en mijn ouders in de keuken. Ik plof neer op een stoel en alles valt van me af. De plek waar ik me niet hoef groot te houden en waar ik onvoorwaardelijk word gesteund en mezelf mag zijn.
”Ben je weer depressief?” Vraagt mijn moeder met lichte twijfel.
Ik denk na.
Mijn vriendin stuitert binnen en weet met haar pure persoonlijkheid, ADHD en ongekende enthousiasme iedereen op te vrolijken. De hond, die een kopie van mijn vriendin is, stuitert nóg harder rond om iedereen te begroeten en kruipt enthousiast bij me op schoot. Ik geniet. Ik voel me goed. In de luwte van de avond eten we, praten we en lachen we.
Ontspannen kom ik thuis. Ik breng Tijn naar bed en plof op de bank. De katten kruipen luid spinnend tegen me aan. Ik lees nog wat berichtjes, vertel mijn beste vrienden over mijn dag, bel Mandy nog even om de dag door te nemen en ik vertrek naar bed.
Ik staar naar het plafond en denk na over de vragen of ik depressief of gelukkig ben.
Ik besef me dat vandaag een perfecte metafoor is van het leven. Met alles wat het leven biedt en inhoudt. De mooie maar ook minder mooie kanten.
Ik ben niet depressief. Of ik gelukkig ben weet ik ook niet.
Vandaag stond ik stil bij hoe het gaat en bij wat ik voel (nu ik dit schrijf, voel ik met deze GGZ termen een hoopje braaksel in mijn mond).
Ik besef me dat ik blij ben ben alle lieve mensen om me heen. Mijn kind, mijn ouders en broer, mijn lieve collega’s en fijne vrienden. Ik hoef het niet meer allemaal alleen te doen. Maar ook dat ik blij en trots ben op waar ik nu sta en hoever ik het geschopt heb. Het gaat écht goed. Daar mag ik op vertrouwen. Ook al zijn er wel eens mindere dagen. En dat mag ook.
Tevreden val ik in slaap. Met de zware dekens van me af.
Mooi en voor mij herkenbaar stuk! Dankjewel. ❤️
Dank voor je lieve reactie! <3 Fijn om te horen dat het ook herkenbaar is.
Alleen maar liefde voor jou! ????
En ik was zó blij dat je er was!! ❤️❤️
Mooi Fiek! En zeker herkenbaar! Vooral die vragen en dat het van het ene moment op het andere moment anders kan zijn. Zo fijn dat we een enorm mooi plekje hebben op het werk, daar heb ik ook altijd weer zin in! En fijn om te lezen dat er meerdere zijn die dit mee maken! ♥️
Hebben we echt he? Besef me ook dagelijks hoe fijn en mooi dat is, met zo’n fijn team. Waar je jezelf kan en mag zijn. ❤️
Het kan zo wisselen he? Maar stukje bij beetje leren we en worden we sterker! ☺️
Super mooi Fiek! Door de herkenbaarheid leest het ook zo fijn! ♥️ fijn dat we zo’n mooi plekje hebben op het werk en met die mooie mensen liefde kunnen geven en ontvangen!
Prachtig geschreven Fieke!!
En herkenbaar!
Dankje ❤️